Woord van de stafhouder

Europa 2020 wil de advocatuur murw slaan

Geachte confraters,

Nu de maand januari al bijna achter de rug is kan ik u nog net op de valreep een zo voorspoedig, gelukkig en gezond mogelijk 2020 toewensen.

Hopelijk hebt u het nieuwe jaar met vernieuwde energie ingezet in uw respectieve kantoren.

Niet alleen de individuele advocaten hebben energie nodig. Ook de advocatuur en de Orde als geheel zullen een gezonde dosis energie goed kunnen gebruiken. Mijn lectuur van de afgelopen dagen leidt mij, vergeeft u het mij, tot een jeremiade.

Onze Europese regelgever laat ons in de steek. Als overtuigd Europeaan spijt het mij zeer deze vaststelling te moeten doen.

De balie zit gekneld tussen twee tegengestelde bewegingen. Beide zijn destructief voor ons beroep en dus ook voor onze cliënten: de ondernemingen, de instellingen, de verenigingen en finaal ook de burger. Ik verklaar mij nader.

Aan de ene kant overstelpt de (Europese) overheid ons met regels, dat hebt u ook gemerkt. Ik noem er een paar. De anti-witwasregels, een perpetuum mobile met vage concepten en zware sancties, halen het beroepsgeheim, het trouwe baken van de rechtsstaat, onderuit. Zij ondermijnen het vertrouwen van de burger in ons beroep en fnuiken de concurrentiepositie van Europese advocaten in vergelijking met, bijvoorbeeld, onze Amerikaanse beroepsgenoten. De DAC-6, nog zo’n draak, legt een verplichting op om perfect wettige “grensoverschrijdende constructies” te melden aan de fiscus en doet zo het beroepsgeheim op zijn grondvesten beven met een amplitude van tien op de schaal van Richter.

Ons beroep moet, volgens deze tendens, van overheidswege zwaar aan regels onderworpen worden. Advocaten storen toch, en dus stoort het niet hen goed aan banden te leggen.

Er is ook de omgekeerde beweging. De advocatuur wordt op de weg gezet van de ontmanteling. De signalen zijn onmiskenbaar.

Zo vindt het Annual Sustainable Growth Strategy 2020 rapport van de EU Commissie[1]  dat de dienstensector in Europa een te lage productiviteitsgroei vertoont. De juridische dienstverlening behoort tot de dienstensector, dat is u niet ontgaan. Welnu, het rapport stelt dat meer gereguleerde diensten zoals de onze, een lagere groei vertonen dan de minder gereguleerde diensten.

Daarom pleit het rapport voor ambitieuze structurele hervormingen die de dienstenmarkten verder openstellen. Gereguleerde beroepen moeten hun regulering naar beneden halen tot op het niveau van de drie minst gereguleerde lidstaten, dat is de gedachte.

Het bewijs is geleverd, zo heet het, dat hogere toegangsvoorwaarden en stringentere condities voor de uitoefening van een beroepsactiviteit, niet noodzakelijk leiden tot hogere kwaliteit in de dienstverlening. Neen, zo gaat het rapport verder, lagere toegangsdrempels leiden vaak niet tot lagere kwaliteit. Dat blijkt namelijk uit klantentevredenheidsonderzoeken en andere “welzijnsindicatoren”, wat dat ook moge betekenen.

Daar is dus de nieuwe norm: de tevredenheid van klanten, zoals zij die zelf percipiëren. En dat in combinatie met een van buitenaf gedwongen afbraak van onze beroepsregels met het éne, sacrosancte doel, de productiviteit te verhogen. Met productiviteitsverhoging is op zich niets mis maar dat ons beroep ook andere waarden dient en een andere-, onmisbare maatschappelijke functie heeft, dat de cliënt niet altijd de beste maatstaf is voor de kwaliteit van de dienstverlening door een beoefenaar van een vrij beroep zoals een advocaat, dat alles is de redacteurs van het rapport niet opgevallen.

Maar wij, advocaten, wij zijn gewaarschuwd. De energie van het nieuwe jaar zullen we goed kunnen gebruiken.

[1] Dit rapport dateert van 17 december 2019 en u kunt het hier nalezen in de Engelstalige versie.

Contact

Nederlandse Orde van Advocaten
bij de balie te Brussel
Gerechtsgebouw
Poelaertplein
1000 Brussel

Tel. 02/508 67 62
Fax 02/514 22 66
orde@baliebrussel.be

KBO nr: 248012469

 

balie logo

main_nav_private